Personen bij wie een stoma aangelegd werd, moeten dat steeds bij hun eerste contact met een huisarts of specialist melden. Zelfs wanneer u bij uw eigen huisarts of specialist op consultatie gaat, doet u er goed aan hen telkens wanneer zij medicatie voorschrijven te wijzen op uw specificiteit.

Zij denken er niet altijd aan dat u een stomadrager bent en schrijven soms medicatie voor die bij u hinderlijke neveneffecten kan veroorzaken of gewoon geen enkele uitwerking heeft.

A - Iemand met een ileostoma

1- Geneesmiddelen die u beter vermijdt:

  • Laxeermiddelen en stoelgangverdunners
  • middelen die het water uit het lichaam verdrijven
  • middelen tegen maagzuur: zijn soms laxerend of verwekken constipatie;

wel te nemen met specifiek voorschrift van de huisarts of specialist, eventueel te combineren met laxatief of anti-diarree middel (ook enkel met specifiek voorschrift van huisarts of specialist

2- Geneesmiddelen die zonder uitwerking kunnen blijven:

  • tabletten met vertraagde werking (retard preparaten)
  • tabletten die specifiek “na” de maag oplossen (enterie coated) - tot poeder vermalen en in capsules innemen.

3- Geneesmiddelen die vervelende nawerkingen geven:

  • antibiotica
  • vitamines Zij verwekken geur en vooral antibiotica kunnen buikloop veroorzaken.

B - Iemand met een colostoma

1- Op de rechterzijde aangebrachte colostoma

  • Zij kunnen dezelfde moeilijkheden hebben als de ileostomadragers

2- Alle andere colostomagevallen

  • Met geneesmiddelen zouden zij normaal geen specifieke problemen mogen hebben.
Deze site werkt enkel correct met cookies. Door gebruik te maken van onze website en diensten, aanvaard je het plaatsen van deze cookies op je computer.
Ok