Het aanleggen van een stoma is een operatie waarbij de darm of de ureter aan de buikwand aangebracht en bevestigd wordt, zodat de stoelgang of de urine niet meer langs de natuurlijke anus of de blaas naar buiten komt, maar langs een opening in die buikwand (stoma of anus praeter naturalis).

De kunstmatige uitgang van de darm of van de urineleider aan de buik noemt men stoma. Het is via de stoma dat de afvalstoffen van uw voeding uit het lichaam gestoten worden in plaats van zoals vroeger langs de natuurlijke anus of de urine via de plasser. Wanneer u uw buik bekijkt, zult u een roze opening zien. Dat is uw stoma.

In de eerste zes weken zal deze wat in omvang verminderen, bij een ileostoma zelfs tot een kleine roze opening, een soort rozenknop. Daar haalden we het idee vandaan om voor de Stoma Club Oostende vzw een roosje als embleem te nemen. Tijdens de chirurgische ingreep amputeerde men uw blaas, ofwel een gedeelte of misschien wel heel uw dikke darm.

Gelukkig zijn deze organen niet onmisbaar om in leven te blijven. Onze spijsvertering grijpt immers hoofdzakelijk plaats in de dunne darm, terwijl de hoofdfunctie van de dikke darm bestaat uit het absorberen van het darmvocht waardoor de stoelgang een vaste vorm aanneemt (een natuurlijke bescherming opdat ons lichaam niet te snel zou uitdrogen).

Wanneer de dikke darm volledig of gedeeltelijk is weggenomen, kan hij niet langer het water uit de verteringsresten absorberen en blijft de ontlasting min of meer vloeibaar. Hoe dichter de stoma bij het rectum of het natuurlijke uiteinde van de dikke darm ligt, hoe vaster de stoelgang zal zijn. Maar zelfs diegenen die de ganse dikke darm moesten verliezen, en bij wie het einde van de dunne darm aan de huid vast zit, zullen na enige tijd vaststellen dat de aanvankelijk erg waterige stoelgang met wat aanpassen van de voeding heel wat meer brijachtig wordt. Wat men eet kan inderdaad daarop grote invloed hebben. Voedsel met een laxerende werking zal immers onmiddellijk een veel dunnere stoelgang verwekken. Die is heel wat moeilijker om op te vangen en verklaart waarom mensen met een ileostoma in het begin meer probleempjes hebben dan die met een colostoma.

Wat echter de stomadrager aanvankelijk het meest stoort, is het feit dat hij het tijdstip van de ontlasting niet langer aan zijn wil kan onderwerpen omdat de natuurlijke sluitspier weggenomen is. Deze incontinentie, de gevreesde, maar vooral denkbeeldige reukhinder, het darmgasprobleem, het leren aanbrengen van uw opvangzakje, de bijzondere hygiëne, de relatieproblemen, die u meestal zelf veroorzaakt, en het letten op wat u eet en drinkt, zijn enkele van die minder aangename gevolgen van de ingreep. Maar wees gerust. Verder in dit vademecum zult u richtlijnen kunnen vinden om al deze ongemakjes te beheersen.

In dit kleine boekje proberen wij u aan de hand van enkele foto’s en schetsen en met eenvoudige woorden op heel wat van uw meest beklemmende vragen een verstaanbaar antwoord te geven. U zult er heel wat raad in vinden over het aanbrengen van uw opvangsysteem, de erbij horende verzorging en hygiëne en wat wel en wat liever niet gedaan wordt om menswaardig te kunnen leven.

Belangrijke raadgevingen worden dikwijls herhaald. Zo onthoudt u ze vlugger. Verlies vooral de moed niet. Als stomadrager weet ik dat het vooral in het begin wel eens “wat teveel” wordt. Met wat hulp en de hierin geschreven praktische wenken zult u heel wat problemen kunnen voorkomen of snel oplossen. Maar eerst moet u uw stoma aanvaarden en dat is iets dat alleen ù kunt doen.

Zo velen leiden na deze ingreep een normaal zorgeloos leven. Waarom zou het met u anders verlopen? OOK U ZULT HIER ZEKER IN SLAGEN! Indien u iets niet begrijpt of met ernstige vragen blijft zitten, kunt u steeds hiervoor terecht bij uw chirurg, stomaverpleegkundige of een lid van uw plaatselijke stomavereniging.

Het vragen dat een stomadrager met u komt spreken, al of niet in het ziekenhuis, voorkomt veel latere kommer en kwel en is een grote stap in de richting van het mentaal aanvaarden van uw “anders zijn”. Hier op de website vindt u de adressen en telefoonnummers van alle in België functionerende stomaverenigingen.

 

Een goede spijsvertering begint in de mond. U moet uw voedsel goed kauwen voor u het doorslikt. Een perfect gebit (al of niet vals) is daarvoor heel nuttig (raadpleeg daarom regelmatig uw tandarts). Na het verteringsproces in de maag komt het voedsel in de darmen.

Ze bestaan uit twee grote delen:

  • De dunne darm: 4 tot 6 meter lang.
  • De dikke darm: meer dan 1 meter lang.

De dunne darm heeft slechts een geringe diameter (dus ook een kleine stoma opening) en bestaat uit:

  • de twaalfvingerige darm of duodenum, die onmiddellijk na de maag komt en zeer kort is;
  • de eigenlijke dunne darm die anatomisch verdeeld is in het jejenum, de eerste helft van de dunne darm en het ileum, de tweede helft van de dunne darm waarin de chirurg een stoma aanlegt (-> ileostoma).

De dikke darm heeft een veel grotere diameter (met dus een grotere stoma) en sluit aan op de dunne darm in de rechter onderbuik. De dikke darm of colon (-> colostoma) bestaat uit:

  • het stijgend colon of colon ascendens
  • het horizontaal colon of colon transversum, dat dwars over de buik loopt
  • het dalend colon of colon descendens, dat daalt langs de linkerzijde van de buik en met een lichte buiging overgaat in het sigmoïd. • het rectum of endeldarm (gedeelte waar de stoelgang zich voor de evacuatie opstapelt)
  • de anus (of aars) De belangrijke sluitspier, die de controle over de uitstoot van de stoelgang reguleert, is gelegen ter hoogte van de aars en het lage rectum. Indien men deze chirurgisch moet verwijderen, dan wordt men incontinent (d.w.z. men heeft geen controle meer over de uitstoot van de stoelgang) en het aanleggen van een stoma is dan onvermijdelijk.

Men spreekt over ileostomie wanneer de chirurg een kunstmatige anus aanlegt op de dunne darm, zodat de dikke darm kan weggenomen worden ofwel een tijd kan rusten (doordat er geen stoelgang meer doorkomt), en aldus kan herstellen.

Een ileostoma bevindt zich gewoonlijk ter hoogte van de rechter onderbuik. De stoelgang is bij dergelijke patiënten aanvankelijk vloeibaar. Na enige tijd past de dunne darm zich wat aan, stoot alleen nog stoelgang uit op vaste tijdstippen en neemt zelfs heel wat darmvocht op zodat de feces een vastere brij wordt (halfvast tot bijna vast).

Gezien het waterverlies (vloeibare stoelgang) moeten dergelijke stomadragers ongeveer twee liter alkalisch water drinken per dag. Het darmvocht van de halfvaste stoelgang, waarin zich heel wat huidonvriendelijke enzymen bevinden, kan gemakkelijk de buikwand rondom de stoma irriteren. Het degelijk aanbrengen van het opvangzakje en goede hygiëne is een noodzaak.

 

 

Men spreekt van een colostoma wanneer de chirurg een kunstmatige anus aanlegt op de dikke darm. Dat kan principieel op drie plaatsen gebeuren:

  1. De rechtse colostoma, waarbij de opening zich ter hoogte van het rechter colon bevindt.
  2. De dwarse colostoma, waarbij de ingreep is uitgevoerd op het colon transversum (in de linker of rechter helft).
  3. De linkse of sigmoïde colostoma, de meest voorkomende stoma, aangelegd in de linker onderbuik.

Hoe dichter de colostoma bij het rectum aangelegd wordt, hoe meer ‘t colon zijn natuurlijke functie (absorberen van darmvocht) kan blijven uitoefenen. Dat betekent dat de stoelgang regelmatiger en vaster zal zijn naargelang de overgebleven lengte van uw dikke darm fragment dat aan de huid vast zit, groot of klein is.

Na toestemming van de chirurg, kunnen dergelijke stomadragers eventueel de “irrigatietechniek” toepassen en aldus enkele dagen stoelgangvrij blijven. Dan hoeven zij principieel geen opvangzak meer te dragen. (zie rubriek spoelingen)

 

 

Bij een urostomie voert de chirurg een operatie uit waarbij de ureters (verbinding tussen nier en blaas) of urineleiders aan de huid vastgehecht worden, zodat de urine vanuit de nieren langs deze opening in de buikwand naar buiten komt.

De urine wordt dus niet langer in de blaas opgevangen, maar in een opvangsysteem op de buik. Verderop vindt u meer inlichtingen over de urostomie. U kunt zich hiervoor ook wenden tot de gespecialiseerde firma’s.

Wanneer we de aangeboren afwijkingen buiten beschouwing laten zijn er 6 oorzaken die het aanleggen van een stoma in het darmsysteem kunnen noodzakelijk maken:

  1. diverticulitis
  2. colitis ulcerosa
  3. de ziekte van Crohn
  4. trauma’s
  5. Familiale Adenomateuze Polypose of F.A.P.
  6. Incontinentie
  7. kanker in de dikke darm

1) DIVERTICULITIS

Een divertikel is een uitstulping van het darmslijmvlies via een kleine opening in de spierrok van de darmwand. Deze divertikels kunnen ontsteken (diverticulitis) en aanleiding geven tot abcesvorming, bloedingen, perforatie, fistulisatie (naar de blaas) en obstructie. Divertikels kunnen voorkomen over gans het maagdarmsysteem, maar worden het meest aangetroffen in het laatste deel van de dikke darm (ook sigmoïd genoemd).

2) COLITIS ULCEROSA

Colitis ulcerosa is een ernstige ziekte, die zich over de hele dikke darm en endeldarm kan uitbreiden. In het slijmvlies van de dikke darm vormen er zich zweren (ulcera), die kunnen leiden tot chronisch bloedverlies. Bij herhaalde opstoten van colitis kan de darmwand perforeren, waardoor een buikvliesontsteking of peritonitis ontstaat. Deze ziekte gaat gepaard met hardnekkige diarree met verlies van bloed, slijm en etter en met koorts.

3) DE ZIEKTE VAN CROHN

De Chronische darmontsteking of ziekte van Crohn kan in alle gedeelten van de dunne en de dikke darm voorkomen. Meestal echter stelt de arts deze ziekte vast in het laatste gedeelte van de dunne darm (het terminale ileum). Tijdens een acute opstoot is de darmfunctie meestal zo aangetast dat een normale voeding niet mogelijk is. De patiënt wordt dan intraveneus gevoed.

Typisch voor de ziekte van Crohn is het recidiverend karakter, het met tussenpozen steeds weer heroptreden van de ziekte, ook na een heelkundige ingreep. Door het beter begrijpen van het ontstaanmechanisme van de Ziekte van Crohn heeft men nieuwe medicatie ontwikkeld, die de ziekte beter onder controle houdt (anti- TNF : vb. remicade, humira).

De chirurgische behandeling bij de Ziekte van Crohn is steeds zeer conservatief: er wordt steeds getracht zo spaarzaam mogelijk om te springen met de darm resecties (= het wegsnijden van delen van de darm). Uitzonderlijk dient de dikke darm en rectum volledig verwijderd te worden. Meer steun en inlichtingen kunt u bekomen bij de Crohn en Colitis Ulcerosa Vereniging vzw, Schalmei 2 te 2970 Schilde of op de website. Deze vereniging geeft het driemaandelijks tijdschrift “CROHNIEK” uit. Of op de website

4) TRAUMA’S

Die kunnen zowel in de dunne of dikke darm voorkomen door allerhande ongevallen, schot- of steekwonden, enz. Soms moet men in ernstige gevallen een tijdelijke stoma aanbrengen.

5) FAMILIALE ADENOMATEUZE POLYPOSE of F.A.P.

Familiale Adenomateuze Polypose of F.A.P. is een erfelijke aandoening waarbij op jonge leeftijd honderden of duizenden poliepen ontstaan in de dikke darm (colon en rectum), uitzonderlijk ook in de maag of in de dunne darm. Deze poliepen zijn abnormale paddestoelachtige uitgroeien op de darmwand, meestal overgeërfd van een ouder die de aandoening heeft. Elk van de kinderen heeft één kans op twee om het “gen” dat deze ziekte veroorzaakt over te erven en bijgevolg de aandoening te krijgen en verder door te geven aan zijn nakomelingen. In één op de drie gevallen komt F.A.P. echter ook voor bij patiënten die geen aangetaste ouders hadden. De meeste patiënten ontwikkelen deze poliepen zonder aanvankelijk enig symptoom te hebben.

Het is daarom noodzakelijk dat de kinderen van ouders met F.A.P. zich vanaf 11 jaar regelmatig laten onderzoeken. Wacht niet tot de klachten of symptomen zich manifesteren (bloedverlies in de stoelgang, regelmatige diarree of constipatie en buikkrampen). F.A.P. is gevaarlijk omdat in deze poliepen vaak kanker ontstaat.

De vroegtijdige diagnose is daarom belangrijk om poliepen tijdig op te sporen. Indien de dokterinternist kanker diagnosticeert, moet de chirurg onmiddellijk het zieke gedeelte verwijderen. Ter preventie van kwaadaardige ontaarding van de poliepen wordt het volledige colon en rectum verwijderd vanaf de leeftijd van 20 jaar.

De darmcontinuïteit wordt dan hersteld door middel van een verbinding tussen de aars en een dunne darm reservoir (pouch). Wanneer het rectum ter plaatse blijft moet dit jaarlijks nagekeken worden op het ontwikkelen van poliepen. Patiënten waar het technisch niet mogelijk is een ileo-anale verbinding te maken, zullen een permanent eindstandig ileostoma krijgen. Meer inlichtingen over deze ziekte kan men bekomen door contact op te nemen met uw dokter of met “FAPA” (= Familiale Adenomateuze Polypose Association), Leuvensesteenweg 479 te 1030 Brussel, of op het e-mail adres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of de website

6) INCONTINENTIE

Incontinentie voor stoelgang kan heel veel oorzaken hebben en kan actueel in de meeste gevallen verholpen worden met kinesitherapie of via een heelkundige ingreep waarbij de defecte sluitspier wordt vervangen door een prothese of door een eigen dijspier. Soms zijn deze technieken niet haalbaar en dan kan een stoma de meest praktische oplossing zijn voor de incontinentie

7) KANKER IN DE DIKKE DARM

Kanker in de dikke darm komt vaak voor. De oorzaak ervan is onbekend, maar men vermoedt dat de voedingsgewoonten en de erfelijke aanleg tot het ontwikkelen van kanker aanleidinggevende omstandigheden kunnen zijn. Wanneer het gezwel tijdig ontdekt wordt, is een chirurgische behandeling mogelijk. Dan wordt het darmsegment met zijn bloedvaten en klieren weggenomen. Bij kanker in de dikke darm wordt zelden een stoma aangelegd, tenzij bij een ernstige obstructie of perforatie.

De gezwellen van de endeldarm worden dikwijls eerst bestraald en nadien geopereerd. Bij gezwellen die dicht bij de sluitspier liggen wordt een verbinding gemaakt tussen de dikke darm en de aars (colo-anale verbinding). Bij deze rectumoperaties wordt meestal een tijdelijke dubbel-loop stoma aangelegd, die na een achttal weken verwijderd wordt. Wanneer het gezwel tot tegen de aarsspier reikt, wordt de endeldarm en aars volledig weggenomen en zal een definitief stoma aangelegd worden. Kanker in de dikke darm begint vaak in alle stilte, zonder enig ziekteverschijnsel of ongemak te veroorzaken.

Het eerste symptoom is dikwijls een verandering van het gewone stoelgangpatroon. Men lijdt aan verstopping van het darmkanaal of aan diarree. Soms is het uitzicht, de hoeveelheid en de samenstelling van de stoelgang veranderd met wat bloed en slijm verlies dat men reeds met het blote oog kan zien. In een gevorderd stadium ontstaat een achteruitgang van de algemene gezondheidstoestand met vermageren, gebrek aan eetlust, spijsverteringsstoornissen en bloedarmoede.

Deze site werkt enkel correct met cookies. Door gebruik te maken van onze website en diensten, aanvaard je het plaatsen van deze cookies op je computer.
Ok