Tijdens het eten en drinken nemen wij in de loop van de dag in ons lichaam heel wat vocht op. De afvalstoffen moeten met een gedeelte van dat vocht uit het lichaam verwijderd worden.

A – De nieren

Deze twee vuistgrote organen hebben een levensnoodzakelijke filtrerende en resorberende functie. Ze zorgen er immers voor dat met het overtollige vocht ook een deel van de afbraakproducten uit het lichaam geëlimineerd worden. Samen met deze afvoerende functie hebben de nieren ook nog een erg belangrijke regulerende werking, nl. het op peil houden van de water- en zouthoeveelheden en de zuurheidsgraad in ons lichaam + bloeddruk regulerende functies. Deze afvalstoffen en het overtollige vocht vormen samen de urine. Deze verzamelt zich in de 2 nierbekkens.

B – De urineleiders (ureters)

Zowel vanuit de linker als vanuit de rechter nier vertrekt een urineleider. Het zijn fijne buisjes (ureters) van elk zowat 30 cm lengte, die de in beide nieren afgescheiden urine druppelsgewijs naar de blaas voeren. De dagelijkse hoeveelheid urine bedraagt normaal tussen 1, 2 en 1,5 liter.

C – De blaas

Is eigenlijk een reservoir, een opslagruimte van urine, dat geleidelijk druppel na druppel langzaam vanuit beide nieren tegelijk gevuld wordt. Deze activiteit gaat dag en nacht door. Alleen ’s morgens kan de afvloei wat minder uitvallen omdat u dan reeds een tijdje niets meer gegeten of gedronken hebt.

Deze praktisch nooit stoppende aanvoer (erg vervelend tijdens het aanbrengen van uw opvangzakje) zal na een tijdje in de blaas een druk doen ontstaan waardoor u de drang krijgt om te plassen. De blaas is zo elastisch dat ze tot 400 cc urine kan stockeren zonder belangrijke drukveranderingen. Ziekten van de blaas die een kleine, niet elastische blaas of schrompelblaas veroorzaken, of kwaadaardige ziekten van de blaas, welke met andere middelen niet meer onder controle te houden zijn, verplichten de chirurg soms de blaas te verwijderen en een urostoma aan te leggen.

 

D – De urinebuis (urethra of plasbuis)

Het is via de plasbuis dat de urine de blaas verlaat

Om allerhande redenen kan het gebeuren dat een gedeelte van uw urinewegen (bvb de blaas) heelkundig moet weggenomen worden. Wanneer men die natuurlijke passage onderbreekt, moet men voor de urine een andere uitweg voorzien. Hiervoor kan de volgende operatie nodig zijn:

1- De Bricker-operatie (de uretero-ileo-cutaneostomie)

De uroloog isoleert hiervoor een fragment uit uw dunne darm (=ileum) van ongeveer 20 cm. met de bijhorende bloedvoorziening. Daarna hecht hij de twee darmeinden weer aan elkaar om de natuurlijke uitweg van de stoelgang te herstellen. Na het afsluiten van het ene uiteinde van het stukje geïsoleerde dunne darm (ileum) plant de chirurg de twee urineleiders in op de geïsoleerde dunnedarmlis en brengt het andere, nog open uiteinde door de buikwand heen op de rechterzijde van het lichaam naar buiten. Dit is veruit de meest courante ingreep.

2- Het continente stoma

Het aanleggen van een “Pouch” is hiervoor de meest gebruikte techniek. Aan de huid ziet de stoma er identiek uit als alle andere, maar de urine druppelt er niet voortdurend uit. De chirurg creëert hiervoor een soort kunstblaas door een montage met een gedeelte van de dikke darm waarin de urine binnenkomt. Met een stukje darm legt de uroloog op de uitgang een statisch sfincter-systeem aan. Dat is een soort sluitspier (of sfincter) waar de wil geen vat op heeft (wat wil zeggen dat u die niet kunt samentrekken of ontspannen).

Deze sfincter verhindert de urine om uit deze kunstblaas weg te vloeien. Daardoor moet u dat stoma sonderen, d.w.z. door het inbrengen van een sonde kan men de urine uit deze kunstblaas laten wegvloeien. Wanneer men hiermee te lang wacht ontstaat een overdruk. Bij niet-stomadragers geeft dit een gevoel waarbij men met geklemde bovenbenen gehaast naar een “klein plaatsje” zoekt, maar bij de stomadrager kan in zo’n geval door deze overdruk de urine wel uit de stoma beginnen vloeien (toch lekkage dus!).

3- Cystostomie

Een cystostomie is een kunstmatig gecreëerde verbinding van de blaas naar de buikwand.

Eenmaal de patiënt uit het ziekenhuis is ontslagen, zit eigenlijk de taak van de chirurg en de ziekenhuisverpleegkundigen erop. De praktijk leert ons echter dat de meeste urologen nog heel wat tijd spenderen aan de opvang van hun patiënten. Vooral bij een urostomie patiënt beginnen de echte problemen inderdaad pas bij hun thuiskomst. Een degelijke verzorging achteraf en psychologische opvang van de patiënt is dan ook een noodzaak wil men de uitgevoerde ingreep optimaal doen slagen. Te vaak inderdaad is onwetendheid, een gebrek aan precieze voorlichting (die de patiënt ook heeft begrepen) over de nieuwe levenswijze en een verlammend gevoel van schaamte er oorzaak van dat patiënten met allerlei probleempjes blijven worstelen.

Er zijn heel wat urostomie dragers die niet meer op straat durven komen omdat ze zich “vies” voelen. Wanneer u na de ingreep het ziekenhuis verlaat moet u weten:

  • Waarom moest mijn chirurg de stoma aanleggen?
  • Welk soort ingreep heeft hij hiervoor op mij uitgevoerd?
  • Wanneer en hoe vaak moet ik bij mijn uroloog op consultatie?
  • Welk opvangsysteem moet ik kopen en waar?
  • Hoe moet ik deze opvangapparatuur bestellen om ze bijna gratis (-10% remgeld) te bekomen en op hoeveel ervan heb ik recht?
  • Hoe moet ik mijn opvangzakje aanbrengen en hoe moet ik die onderhouden?
  • Waaraan moet ik dagelijks in het bijzonder tijdens mijn verzorging aandacht besteden? (huid, urine, lichaamstemperatuur, etc.)
  • Wat moet ik doen wanneer ik iets ongewoon vaststel tijdens de dagelijkse verzorging van mijn urostoma? (aanhoudende vermoeidheid, sterk geurende urine, bloed in de urine, geïrriteerde (=rode) of beschadigde huid, hoge koorts)
  • Wat moet ik doen wanneer ik in de lenden een aanhoudende pijn voel?
  • Van welke voordelen kan ik genieten?
  • Waar kan ik in crisis snel hulp krijgen?

Medische vragen moet u stellen aan de u behandelende chirurg. Op heel wat vragen in verband met praktische stomaverzorging zult u in de volgende blz. een antwoord vinden. Met sociale problemen kan u terecht bij een sociaal assistent(e) of bij een sociale dienst in het gemeentehuis.

  • HET IS NOODZAKELIJK REGELMATIG OP CONSULTATIE TE GAAN BIJ UW UROLOOG.
  • BLIJF STEEDS INFORMEREN NAAR DE LAATSTE NIEUWIGHEDEN IN STOMAVERZORGING.
  • GA NOOIT BUITENSHUIS ZONDER VERVANGzakje.

Gezien een stoma niet beschikt over een sluitspier die het constant druppelen van de urine kan verhinderen, moet u een opvangzakje op de buik dragen. Weten dat het zakje er voor de rest van uw leven hangt, is uiteraard geen prettige gedachte. Elke stomadrager wordt met deze realiteit geconfronteerd. Maar bedenk dat precies dat zakje u de mogelijkheid biedt om weer een gewoon leven te leiden.

Geen enkele chirurg zou u een definitief stoma aanleggen indien dat niet de enige mogelijkheid was om verder in leven te kunnen blijven. Een keus hebt u dus niet. Maar als stomadrager kan ik u verzekeren dat u hiermee kunt en moet op een menswaardige manier leren leven, want velen hebben het reeds voor u gepresteerd.

Heel wat firma’s hebben zich in allerhande stomamateriaal gespecialiseerd en elk systeem heeft zijn voor- en nadelen. Vaak gebruiken stomadragers elementen van opvangsystemen van verschillende firma’s door elkaar. U moet zelf proberen en uitvinden wat het best bij uw lichaam past. Indien u de instructies goed opvolgt, komt u maar zelden in de problemen met de huidige opvangzakjes. Zij zijn immers qua dichtheid betrouwbaar en ze laten heus geen kwalijke geurtjes ontsnappen (alleen bij slechte plaatsing op de huid of enig gebrek aan gewone hygiëne kunnen probleempjes ontstaan).

De zakjes kraken noch ritselen onder de kledij en de meeste zijn nu wel voorzien van een terugslagklep - een must. Deze moet verhinderen dat de urine weer vanuit het zakje in het stoma terugvloeit als men gaat neerliggen (gevaar voor infectie in de darmstomp of darmlis en de nieren). Bovendien kunnen al deze opvangzakjes snel en veilig aangebracht worden en kunnen ze met een kraantje gemakkelijk geledigd worden. Ze zijn huidvriendelijk en soepel zodat ze minimaal hinderen bij het bewegen.

Waaruit bestaat dergelijke opvangsysteem?

a- Het eendelige systeem: bestaat uit een ledigbaar urine opvangzakje met kleefplaat, antireflux systeem en kraantje. Het opvangzakje is verdeeld in kamers om een betere spreiding van de urine te krijgen om zo het klotsen ervan te vermijden.

b- Het tweedelige systeem: bestaat uit een kleefplaat met opklik systeem en een ledigbaar urine opvangzakje met fixatiering, verdeelkamers en anti-reflux systeem.

c - Zowel eendelige als tweedelige uro opvangzakjes worden gedurende de nacht aangesloten op een nachtzak of nachtcontainer.

Welk opvangsysteem u ook kiest of aangeprezen krijgt, zorg er steeds voor dat men u in het ziekenhuis goed uitlegt en aanleert hoe u het moet aanbrengen en hoe u het moet onderhouden. Wees niet beschaamd om meer dan eens uitleg te vragen als u het nog niet volledig begrepen hebt en voer verschillende keren zelf de handelingen uit in het bijzijn van een onderlegd verpleegkundige.

Blijft er na uw thuiskomst dan toch nog een probleem bestaan, dan kunt u altijd terecht bij uw arts of stomaverpleegkundige, een vertegenwoordiger van een firma of een stomaclub in uw buurt. Of probeer zelf een voor u misschien ander, eenvoudiger en beter systeem uit.

Belangrijk is wel dat u zich blijft informeren over het laatste nieuwe opvangsysteem en technieken, want die evolueren de laatste jaren erg snel en meestal kunnen ze u het leven heel wat eenvoudiger en aangenamer maken.

A - Het eendelige systeem

Zoals blijkt uit het woord is het zakje vast gelast op een klevende plaat waardoor u het geheel rechtstreeks op de huid kunt aanbrengen. Wegens zijn geringe dikte is dit wel het minst zichtbare systeem, maar het kan u soms problemen bezorgen. Niet alleen vergt het nogal wat vaardigheid om het door een vers zakje te vervangen, maar u moet daarbij ook telkens weer het hele systeem van uw huid aftrekken. Dat doet u best met een afpellende beweging van boven naar beneden toe.

Nooit het zakje ruw aftrekken. De meeste huiden kunnen dergelijke behandeling niet lang ongestraft ondergaan. Ze worden zeer gevoelig of gaan rode vlekken (irritatieverschijnselen) vertonen. De huid begint dan te jeuken en pijn te doen, de irritatie neemt steeds maar toe en na een tijdje zal de verdunde huid vocht afgeven zodat uw opvangsysteem minder goed kan kleven. Daardoor kunnen vaker lekkages optreden. Wees dus altijd lief voor uw huid.

B - Het tweedelige opvangsysteem

Hier kleeft men niet het zakje zelf, maar eerst een huidbeschermende plak of ring op de huid. Op die huidbeschermende plaat kunt u dan het tweede gedeelte, nl. het opvangzakje, kleven of vastklikken. Dank zij deze huidbeschermende plaat of ring (hier op de buik al of niet extra bevestigd met een huidvriendelijke microporeuze pleister) moet de stomazakje niet telkens rechtstreeks van de huid afgetrokken worden. Aldus mishandelt u niet langer steeds opnieuw uw tere buikhuid bij het verversen. Dan blijft de plaat op de huid 2 dagen hangen en alleen het nieuwe zakje bevestigt u met een hefboomslot of klikt u vast op een fixatieflens ofwel kunt u die opdrukken zoals het dekseltje van een “Tupperware” doosje.

Deze opvangzakjes zijn betrouwbaar, sluiten hermetisch af en kunnen in een handomdraai vervangen worden. Ondertussen is het profiel van de fixatiering zo verlaagd dat men ook dit systeem bijna onzichtbaar onder de kledij kan dragen. Indien na een tijdje de stoma wat inkrimpt en soms beneden huidniveau gaat liggen, spreekt men van een verzonken stoma. Dat verhoogt sterk het risico voor lekkage.

Op de markt bestaan conische huidplaten. Zijn conische vorm duwt de huidbeschermende plaat iets steviger aan tegen de huid omheen de stoma en drukt aldus ook het ietwat verzonken stoma wat omhoog. U moet er wel een gordeltje bij dragen!

Daarvoor moet u:

1- het te vervangen opvangzakje steeds voorzichtig van de huid losmaken (nooit afrukken). Stop dat in een plastic zakje of in wat krantenpapier en gooi het weg in een afval- of maandverbandemmer (NOOIT in het toilet);

2- de huid omheen de stoma voorzichtig met lauw water wassen;

3- hardnekkige resten van het kleefmateriaal (hydrocoloïden) of pasta op uw huid nooit agressief afschrobben. Dit kan veel huidvriendelijker door dit kleefmateriaal op de huid met ijs te bedekken zodat dit hard wordt. Daarna kan men die gemakkelijker voorzichtig verwijderen. Beter is echter die hardnekkige kleefresten op de huid te laten en het nieuwe opvangsysteem er bovenop te kleven. Normaal zullen de kleefresten zich aan de plaat van het nieuwe opvangzakje vasthechten en bij het later verwijderen van uw zakje zult u die oude kleefresten aldus mee afpellen.

4- uw stoma afsluiten met een wattenrolletje of tandtampon (cfr. tandarts) om te beletten dat urine op de gewassen huid terecht komt (even op de buik drukken kan het laatste in het darmsegment aanwezige vocht doen uitvloeien);

5- de huid droog deppen met zachte papieren zakdoekjes of handdoek;

6- een zakje met de gepaste opening (fixatiering ongeveer 1 à 2 cm groter dan de stoma, het gaatje in de huidplaat precies de grootte van uw stoma) brengt u zelf kijkend in de spiegel en liefst rechtopstaand aan. Trek de huid wat strak aan door iets achterover te leunen tijdens het plaatsen. De juiste grootte voor de opening in de huidplak kunt u vinden door met een maatkaart (die zich in de meeste dozen bevindt) de omtrek van de stoma te meten. Deze maat tekent u op de achterzijde van de huidplaat op het papier uit. Daarna snijdt u in de huidplaat dat gaatje op ware stomagrootte uit. Wanneer u dat gaatje toch te groot uitgesneden hebt, dan kunt u rondom de stoma een laagje huidbeschermende pasta aanbrengen waarop u de plaat kunt kleven;

7- Warm de huidplak iets op door die een tijdje op uw blote huid te houden of door eventjes met een haardroger warme lucht erover te blazen. Zo kleeft de huidplak veel beter (nooit de huid verwarmen);

8- steeds onderaan, juist onder de stoma, beginnen met vastkleven van de huidplak en daarna vooral het midden in de fixatiering extra goed aandrukken met de wijsvinger of een wattenstaafje;

9- controleren of het zakje juist is aangebracht;

10- zorgen dat er geen vouwen of luchtbellen zijn in de plaklaag, want dan komt die te vlug los;

11- zorgen dat er geen urine onder de plaklaag zit, want dan lost die binnen het uur;

12- indien u op de plaats omheen de stoma littekens of oneffenheden in de huid hebt die de hechting van de kleefplaat moeilijk of bijna onmogelijk maakt, moet u die opvullen met huidbeschermende pasta met dezelfde samenstelling als de huidplak. Deze kleverige pasta blijft normaal aan de handen plakken, maar met een vochtige vinger kunt u die netjes openstrijken;

13- indien u het tweedelige systeem gebruikt, verwijdert u het wattenrolletje of tampon en moet u alleen nog het zakje op de fixatiering vastklikken of op de huidplaat kleven.

14- even zachtjes aan het opvangzakje trekken om na te gaan of dat wel stevig vast zit. Pas nu kunt u, bij het eendelige systeem, het wattenrolletje of tampon uit het urostoma halen en het in het zakje laten vallen De meest ideale periode voor het vervangen van uw opvangsysteem is ’s morgens omdat de urostoma dan weinig urine zal uitstuwen na een nacht zonder drinken of eten.

Twee grote problemen kunnen u na de ingreep het leven zuur maken, nl.:

a- de huidbeschadiging door de urine of het opvangzakje en b- de degelijke werking van uw nieren.

a - De huid

Naast de gewone probleempjes die elke stomadrager kan hebben door het regelmatig vervangen van zijn opvangzakje, waarover elders meer uitleg verschaft wordt, zijn er toch enkele typische huidbeschadigingen die door de urine zelf kunnen ontstaan. Het zijn vooral de afgescheiden afvalstoffen in de urine die de huidirritatie veroorzaken. Om een gezonde huid rondom de stoma te behouden, moet u op een propere droge huid het gepaste opvangzakje op de juiste manier aanbrengen.

Huidproblemen ontstaan meestal:

1- doordat onder de huidbeschermende plaklaag urine op de huid kwam a) omdat u het zakje fout aanbracht b) omdat u met een overvol zakje te lang bleef rondlopen (= 1/2 vol) c) omdat u het zakje niet tijdig had vervangen (max. 3 dagen)

2- doordat u het opvangzakje te vaak of te brutaal wegnam of ook bij gebrek aan hygiëne (het onvoldoende wassen van de huid om de stoma met zuiver lauw water);

3- wegens een allergie voor het plastic waaruit het opvangzakje gemaakt werd. (Hier kan een katoenen of flanellen beschermhoesje over het zakje gedragen goed helpen);

4- wegens een allergie voor de op het opvangsysteem gebruikte kleefstof waarmee u het op de huid bevestigt. (Hier moet u een ander systeem en ander merk gaan proberen);

5- wegens het gebruik van bepaalde geneesmiddelen (steeds de dokter raadplegen vooraleer andere medicatie te nemen en steeds de dokter bij een consultatie erop wijzen dat u een stomadrager bent, want zij kunnen ook iets vergeten);

6- als gevolg van een huidontsteking die niet werd verzorgd zoals het hoort.

7- Wegens bestraling: de lichtste vorm van huidschade door bestraling uit zich door roodheid van de huid en oedeemvorming (=1e graadsverbranding). Indien de huid erg gevoelig is, kunt u een huidbeschermend middel erop aanbrengen voor u het zakje kleeft. Dit altijd goed laten drogen vòòr het aanbrengen van het zakje.

1- Huidplaat, -ring of -pasta. Hiervoor bestaan: STOMAPASTA in ring-, plaat-, pasta- of poedervorm Dit product is een huidbeschermende en genezende stof waar men gemakkelijk een opvangzakje kan op vastmaken. Men vindt deze stof ook als tweedelig systeem (=plaat + zakje) in de handel. Om eventuele oneffenheden af te vlakken of om als dichting omheen de stoma aan te brengen bestaat stomapasta (in een tube , strip of schijfje). Wanneer een beschadigde huid wat vocht afgeeft, kan stomapoeder op de huid rondom de stoma gestrooid worden. Door het wondvocht op te nemen zal dat poeder een pasta worden.

Alvorens de pasta aan te brengen wordt de vinger bevochtigd. Oneffenheden en/of plooien egaliseren met een laagje pasta. Telkens opnieuw de vinger bevochtigen bij het aanbrengen van een nieuw laagje pasta. Met een natte vinger wordt de pasta geëgaliseerd gelijk met de huid. De pasta nu ongeveer 30 seconden laten drogen alvorens een huidplaat aan te brengen. De huidplaat goed aandrukken en zo opwarmen waardoor de kleefkracht maximaal wordt. Pasta en plaat versmelten met elkaar binnen de 24 uur waardoor verwijderen kan zonder resten op de huid. BESCHERMFILM Dit product vormt een plasticachtige beschermlaag op uw huid. Het is in de handel te verkrijgen in spuitbus, fles of op een doordrenkt doekje. Deze film goed laten drogen vòòr het aanbrengen van het zakje.

Algemene regel
- Neem nooit enig risico met uw huid
- Probeer steeds een nieuw product eerst op uw voorarm voor u het in de omgeving van uw stoma gebruikt. Bij een allergische reactie geneest die  arm zonder problemen, maar…
- Raadpleeg steeds uw uroloog bij ernstige huiduitslag of aanhoudende roodheid (irritatie) of jeuk, vóór uw huid open ligt

b - De urine

Om een ontsteking op de urinewegen onmiddellijk te ontdekken of om beschadiging van uw huid te voorkomen (veroorzaakt door in de urine aanwezige kristallen of champignons of een te hoge alkalische samenstelling) controleert u best dagelijks uw urine op: De KLEUR, de GEUR, de HELDERHEID, de HOEVEELHEID en de ZUURHEIDSGRAAD (door velen ook ZUURTEGRAAD genoemd)

1 - De kleur Wanneer urine een donkere kleur heeft, betekent dat meestal dat u te weinig drinkt (geconcentreerde urine). U moet minstens 2 liter per dag drinken om uw urine helgeel te houden. Aldus vermijdt u een te hoge concentratie aan afvalstoffen die uw huid kunnen beschadigen.

2- De geur Wanneer uw urine sterk ruikt, is dat meestal te wijten aan wat u hebt gegeten. Bepaalde voedingsmiddelen (bvb. asperges of vis) en sommige medicamenten (bvb. penicilline) veroorzaken deze sterke geur. U hoeft dus niet onmiddellijk achterdochtig te worden. Indien deze hevig storende geur evenwel dagenlang aanhoudt, kan dat wijzen op een ontsteking en / of infectie van de urinewegen. Bij suikerziekte zal het in uw urine gevormde aceton een specifieke geur verwekken, maar die zal u dan ook al jarenlang bekend zijn. Pas wanneer deze typische geur verandert, is er reden tot ongerustheid.

WAT DOEN? Dan kunt u best zo vlug mogelijk uw uroloog consulteren. Ga nooit zelf experimenteren met medicamenten of allerhande kruidenthees, want dergelijke ontstekingen kunnen erg gevaarlijk worden indien men ze niet tijdig behandelt.

3 - De helderheid Normaal moet de urine bij urostomadragers heldergeel zijn, vermengd met wat slijm afkomstig uit het darmfragment waarmee de chirurg uw stoma vormde. Wanneer uw urine opeens troebel (en slecht ruikend) wordt, is er grondige reden tot ongerustheid. Ook hier zal de oorzaak vaak een beginnende ontsteking kunnen zijn. Gezien dergelijke infectie ook de werking van uw nieren kan bedreigen, moet u dan zo vlug mogelijk op consultatie bij uw uroloog.

4 - De hoeveelheid Per 24 u moet u minstens 1 liter urine afscheiden. Daarom is het interessant, vooral in het begin, de hoeveelheid geloosde urine na te meten. Na een tijdje weet u zo ongeveer wel hoeveel 1 liter is. Het volstaat voldoende (d.w.z. 2 liter per dag) te drinken om deze ideale hoeveelheid dagelijkse urine uit te plassen.

5 - De zuurheidsgraad of Ph van de urine Wanneer men de urine naar zijn samenstelling controleert, kan die:

a) zuur zijn (d.w.z. een Ph hebben van 5 1/2 tot 6 1/2)

b) alkalische zijn (d.w.z. een Ph hebben van meer dan 7 1/2) c) zwak alkalisch zijn (d.w.z. een Ph tussen 6 1/2 en 7 1/2) Normale urine varieert tussen 5,8 en 6,2 Ph.

Wat bedoelt men met Ph? Dat is het symbool voor de negatieve logaritme van de waterstofionenconcentratie van een oplossing, eigenlijk een soort maatstaf om de zuurheidsgraad te kunnen bepalen.

Welke invloed heeft dit Ph op u? Vooral sterk alkalische urine vormt een uitstekende voedingsbodem voor de ontwikkeling van allerhande bacteriën die in uw urinewegen een ontsteking kunnen verwekken. Bovendien tast alkalische urine ook de kleefkracht aan van de huidbeschermende plaat of ring zodat die vlugger loskomt van de huid.

Gevolg: vervelende lekkages, huidproblemen en sterke geuren. Tot slot bevordert alkalische urine ook nog de vorming van zoutkristallen, die de stoma kunnen beschadigen. Dokters geven de raad om uw urine zuur te houden omdat daarin bacteriën zich moeilijk kunnen ontwikkelen. Een té zure urine (met lage Ph) zal evenwel erg agressief zijn voor uw huid en zal net zoals de alkalische urine het opvangzakje doen loskomen. Een gewoon zure urine (Ph tussen 5 1/2 en 6 1/2) zou de beste resultaten moeten geven. Hoe bekomt u dergelijke urine?

a) Door uw voeding aan te passen.

Wanneer u overwegend vlees eet, dan zal uw urine zuur zijn. Bij vegetariërs (mensen die geen voedsel afkomstig van dieren eten) zal de plantaardige voeding de urine alkalisch maken;

b) Door het drinken van Vichy Célestins bronwater.

c) Door het innemen van Ascorbinezuur (Vitamine C).

Om de 4 uur een kleine dosis van in nemen, want die wordt vlug uit het lichaam verwijderd (1 à 4 gr. / dag); d) Door het drinken van aalbessen- of bosbessensap (veenbessensap) of amandelzuur; Opgepast: het drinken van citrusvruchtensap (sinaasappels, mandarijnen, citroenen of pompelmoezen) bezorgt geen zure, maar een alkalische urine. Alhoewel er voor een urostoma drager geen speciaal dieet nodig is, moet u toch onthouden dat sommige voedingswaren uw urine scherp doen ruiken, dat vegetarisch eten een alkalische urine oplevert, terwijl het eten van overwegend vlees (eiwit) de kans vergroot op een té zure urine.

Neem echter vooral voldoende vocht in. DRINK VOLDOENDE!

Deze site werkt enkel correct met cookies. Door gebruik te maken van onze website en diensten, aanvaard je het plaatsen van deze cookies op je computer.
Ok